Prometheus
We kunnen ons niet langer warmen
aan de straatlantaarns. We sluiten
de centrale, komen samen
als stralen in het brandpunt.
We noteren alles op ons netvlies:
hoe de broze atomen sidderen;
hoe, en met welke snelheid,
de echtheid weglekt.
We zijn er gloeiend bij.
Tot de ruis ons overstemt, moeten we
hout sprokkelen en kernachtig zijn en alles
met onze primatenhanden omklemmen.
Wanneer de geigertellers knetteren
zetten we ons schrap.